Historisch perspectief

Geschiedenis van Mental Preferences ©

Verwondering over het menselijk gedrag gaat eeuwen terug. Maar het is pas sinds ca. 1969 mogelijk de werking van de hersens van levende personen d.m.v. scans te bestuderen.

De afgelopen 60 jaar heeft de neuro-wetenschap grote stappen gemaakt en krijgen we steeds meer inzicht en kennis over de werking van onze hersens. Bovendien beseffen we daardoor steeds meer dat we nog zoveel niet weten.

De ontdekking van een verschil tussen de linker en rechter hersenhelft gaat terug tot 400 voor de jaartelling. Hippocrates stelde vast dat een beschadiging aan de rechterkant van de hersens veelal een disfunctie aan de linkerkant van het lichaam veroorzaakte en vice versa. Hij concludeerde daaruit dat de menselijke hersens “dubbel waren uitgevoerd”.

In de 19e eeuw begonnen onderzoekers zich te concentreren op de linker hersenhelft als mogelijke locatie van de spraak. Dr Marc Dax beschreef in 1836 een aantal patiënten die het vermogen te spreken waren kwijtgeraakt nadat ze aanzienlijke schade aan hun linker hersenhelft hadden opgelopen. En de Franse chirurg Paul Broca stelde in 1864 na uitvoerig hersenonderzoek bij overledenen vast, waar het spraakcentrum in de linkerhersenhelft ligt. Dat deel van de hersens heet nu het centrum van Broca.

Vrij kort daarna ontwikkelde de Britse neuroloog John Hughlings Jackson het dominantie-concept. Hij probeerde aan te tonen dat de linkerkant van de hersenen “leading” waren. Onderzoek heeft aangetoond dat zulks wel vaak het geval is, maar niet altijd, omdat het ook cultureel wordt bepaald.

In het begin van de 40er jaren van de vorige eeuw voerde William van Wagenen zijn eerste “split brain” operaties uit om daarmee ernstige epileptische aanvallen onder controle te krijgen. Vooral soortgelijke operaties die later door de chirurgen Philip Vogel en Joseph Bogen werden uitgevoerd waren zeer succesvol. De testen die door Roger Sperry en zijn associates werden uitgevoerd bij deze patiënten leveren nog steeds de belangrijkste informatie over de verschillen tussen de linker en rechter hersenhelften.

Zo is in principe de linkerhelft verantwoordelijk voor spraak, lineair-, analytisch-, en rationeel denken. En “denkt” de rechterhelft holistisch, conceptueel, emotioneel en ruimtelijk.

In de 50er jaren van de twintigste eeuw ontwikkelde Paul McClean op basis van de evolutietheorieën van Darwin het concept van de “triune brain”. Zijn onderzoek geeft aan dat de menselijke hersenen niet alleen in links-rechts kunnen worden verdeeld maar ook in drie evolutionaire min of meer gelaagde delen die ook weer verantwoordelijk zijn voor verschillende processen. Het eerst ontwikkelde deel, het reptilian brain, is verantwoordelijk voor de “body functies” zoals ademhaling, hartslag, temperatuur, zien, horen, voelen, proeven en ruiken, maar ook bijvoorbeeld angst of nieuwsgierigheid moeten hier hun oorsprong vinden. In het tweede deel, het limbische systeem, worden voornamelijk de sociale en emotionele functies “geregeld”. Bijvoorbeeld de V’s (vechten, vluchten, veiligheid, voedsel, voortplanten) worden in deze laag gepositioneerd. Het buitenste, derde deel, de neocortex, heeft zich als laatste ontwikkeld en onderscheidt mensen van de andere (zoog)dieren. In deze laag bevind zich het bewust-zijn.

Rond 1975 begon de Amerikaanse natuurkundige en kunstenaar Ned Herrmann zijn onderzoek naar de oorsprong van creativiteit. Dit onderzoek, gebaseerd op metingen van hersenactiviteit bij bepaalde handelingen leverde een systematische indeling van het menselijk denken die wordt bevestigd door de onderzoeken van de grote psychologen en sociologen zoals Maslov, Jung, Rogers, Freud, Skinner, Vroon, Dennet, Sacks en Hofstede.

Ongeveer in 1990 realiseerde Bouke Schöne (marketeer en communicatie adviseur) zich dat de vraag waar voortdurend het antwoord van wordt gezocht vooral gaat over de voorspelbaarheid van succesvolle beslissingen. Geïnspireerd en aangemoedigd door de psycholoog Piet Vroon begon hij bovengenoemde kennis met elkaar te verbinden. Met een open oog voor allerlei oude en nieuwe ontwikkelingen zoals ook beschreven in bijvoorbeeld het Enneagram, de Elementenring en de kleurenleer, alsook in de concepten van o.a. Meyers-Briggs, Goleman, Pinker, Sternberg, de Bono, Buzan, de Bruin, Robbins, Dennet, daSilva, Ofman, Kahneman en vele anderen ontwikkelde hij zijn Mental Preferences© of DenkWijzer© methode.